• This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem
  • This is an image title
    Lorem

HET PUCH VERHAAL VAN ERIC

                                                                                                                                                         

                                                                                         ERIC HELD zijn Puch verhaal.

Brunssum, een wintermorgen in 1973 zoals we in Nederland vele kennen, niet te koud, grauw en grijs maar droog.
Toch was deze morgen anders, ik werd namelijk die dag 16 jaar en wist, vandaag is Nellie van mij.
Daar stond ze, zwarter als de donkerste afrikaan, prachtig slank, tank rood met chroom, gereedschapskastjes rood en een stuur van spectaculaire hoogte.
Als je het nog niet doorhebt zal ik je helpen, Nellie was een Puch VS50D, mijn Puch VS50D.
Tot nu toe was hij van mijn broer geweest en hij had hier zo’n beetje heel Nederland op verkend en was ook met haar op vakantie geweest naar Luxemburg.
Deze dag maakte hij de zelfde fout die ik 6 jaar later zou maken, hij liet haar gaan.
Mijn vader heeft hem nog wel een vergoeding gegeven van 75 gulden maar dat is slechts een pleister op de wond, hij had inmiddels zijn rijbewijs en een rode lelijke eend dus de Puch kon wel naar mij, heb vele jaren later gehoord dat hij daar spijt van had maar is ons dat niet allemaal zo vergaan?

Van mijn vader mocht ik absoluut niet voor mijn zestiende verjaardag op de Puch rijden, hij was namelijk monteur in de garage van de gemeente Brunssum en onderhield in die functie ook de wagens van de gemeentepolitie, kevertjes en een T2 busje en aangezien hij alle agenten kende wilde hij absoluut geen gedonder.

Ik had totaal geen ervaring met brommer rijden, de enige ervaring die ik met gemotoriseerd “verkeer” had bestond uit een electrische trein, dus moest er eerst eens geoefend worden.
Bij mijn broer achter op de Puch reden we naar een rustige landweg en mocht ik voor het eerst zelf rijden.
Eindelijk zat ik dan op MIJN  Puch, nu zat mijn broer achterop die mij uitgebreid geinstrueerd had:
beetje gas, koppeling langzaam loslaten, echter door onervarenheid en de zenuwen werd het: te veel gas, te snel losgelaten koppeling.
mijn broer viel achter de brommer op de grond en ik vloog met een steigerende Puch vol de berm in.
De schade was minimaal, mijn ego echter behoorlijk gedeukt, de krachttermen van mijn broer zal ik jullie besparen maar ze waren niet gering en het zou me niets verbazen als hij toe al een beetje spijt had van zijn besluit dat ik Nellie mocht hebben.
Gelukkig was ik jarig en daardoor hield hij zich waarschijnlijk wat in.

Zonder verdere brokken ben ik met mijn broer achterop naar huis gereden, ging best redelijk maar toen ik thuis afstapte was dat toch nog met knikkende knieen.
Uiteraard ging mijn rijvaardigheid al snel met sprongen vooruit evenals mijn zelfvertrouwen.
Volgens velen bestaat er zoiets als een voorgevoel, mijn vader wilde liever niet dat ik met de Puch naar school ging, had hij zo’n voorgevoel?
Toen ik op een dag na veel zeuren eindelijk groen licht kreeg voor een ritje naar de MAVO mocht dit alleen als ik een helm zou dragen.
Nu waren helmen in 1973 nog niet verplicht en was het natuurlijk veel ruiger om met je lange haren
wapperend in de wind en hangend aan je hoge stuur over straat te scheuren en indruk te maken op
de meisjes.
Mijn vader was onverbiddelijk, geen helm is te voet naar school dus koos ik eieren voor mijn geld.
Wat was dat een gevoel, aankomen op school en schoolgenoten de ogen uitsteken met Nellie.
Ook na school had het iets magisch om Nellie te starten en stoer tussen alle andere scholieren te manoeuvreren op weg naar huis, ik was zo trots als maar kan, wie doet je wat.
Het was niet ver van school naar huis maar er zaten toen nog behoorlijk wat kruispunten op mijn weg waar ik met een gevoel van onkwetsbaarheid overheen scheurde, ik had op die weg, de Dorpsstraat in Brunssum, tenslotte voorrang.
Nog steeds zie ik als ik terugdenk aan dat moment die muisgrijze DAF bestelwagen van een plaatselijke meubelboer in mijn linker blikveld verschijnen die ook het kruispunt opreed maar zonder mij voorrang te geven.
De klap die volgde was heftig, Nellie boorde zich vol in de flank en ik volgde een fractie van een seconde daarna.
Verbaasd en verdwaasd lag ik op de weg, krabbelde overeind en vond het op dat moment het ergste dat de voorvork van Nellie finaal verbogen was.
Een gestopte vrachtwagenchauffeur informeerde naar mijn welzijn en toen alles goed leek en ik nog tot 3 kon tellen heeft hij Nellie van de straat geraapt en met hulp in de vrachtwagen getild en ons naar huis gebracht.
De man die mij geen voorrang gegeven had reed met zijn flink gedeukte DAF achter ons aan naar huis om de schade te regelen.
Onderweg kreeg ik enorme pijn in mijn linker schouder dus toch maar even naar de eerste hulp,
bleek ik een dubbele sleutelbeenfractuur te hebben, ik kan je vertellen dat ik daar van genoten heb.
Nellie was na enkele dagen door de fietsenmaker volledig hersteld, bij mij duurde dat wat langer.
Mijn helm was niet meer bruikbaar, aan de linker kant was hij diep weg geschaafd en zonder was ik er waarschijnlijk niet zo redelijk ongeschonden vanaf gekomen, had vaders toch gelijk gekregen.
Toen ik net als Nellie weer geheel hersteld was kreeg de drang om te rijden me toch weer snel te pakken en met de schadevrije kilometers groeide ook weer mijn zelfvertrouwen.
Het dragen van een helm was geen punt van discussie meer.
Nellie en ik werden onafscheidelijk, als het gekund had was ik er nog mee naar de wc gereden.
Het daarop volgende schooljaar begon ik op de HAVO in Sittard en de afstand Brunssum Sittard bleek voor Nellie geen enkel probleem, bij elk weertype heeft ze me naar school gebracht en weer naar huis, soms waren we doornat, soms half bevroren, het begrip: “kouwe klouwe” was niet meer vreemd voor mij, ken je het gevoel van “knijpnagels”?”
Zonder problemen doorstonde Nellie en ik de 2 jaren HAVO.
Wat mij wel is bijgebleven is de dag dat ik naar huis wilde rijden en Nellie aantrof zonder tankdop en zonder chromen tankdekseltje, dit vond ik bijzonder pijnlijk, aan Nellie mocht niemand komen.
Met een stukje plastic met een klein gaatje voor de ontluchting vastgezet met een elastiekje met dank aan de congierge kwamen we toch goed thuis en heb ik meteen de geroofde items bij de fietsenmaker weer aangeschaft.
Deze jaren werkte ik elke vrijdagnacht in een grote plaatselijke broodfabriek en ook daar bracht Nellie me altijd trouw heen.
De vakanties in die tijd waren onvergetelijk, met vrienden met de brommers naar camping “Wilhelm Tell” in het Belgische Opglabeek.
Wat zagen we ruig uit, de Brommers vol bepakt met kampeerspullen.
Een keer hebben we onderweg naar de camping een tussenstop gemaakt op een andere camping waar mijn ouders vaak verbleven om nog wat spullen op te halen.
De eigenaar van die camping zag ons bepakt zijn terrein op rijden en ik weet nog niet hoe hij dat zo snel voor elkaar kreeg maar binnen enkele minuten kwam hij met minstens twintig man op ons afgelopen en sommeerde ons onmiddellijk de camping te verlaten, hij had een nette camping en zag ons als een soort zoals hij zij: hells angels.
Je kunt je voorstellen dat wij die benaming geen belediging vonden, in tegendeel.
Na dreigen met de Gendarmerie en na sussende woorden van mij vader zijn we dan tot opluchting van de campingeigenaar die waarschijnlijk nog lang genoten heeft van zijn heldhaftige optreden tegen die “vieze Ollanders” verder gereden naar “Wilhelm Tell”.
Wat waren we populair bij de Belgische jeugd, met name de meiskes.
De Belgische jongens reden hoofdzakelijk op de oude Solex van nonkel (oom) Jef of nonkel (oom) Harie, dan hadden wij toch veel ruiger spul onder onze kont en met name de hoge sturen en het ruige geknetter maakte ons tot een bezienswaardigheid.
Bewondering van de meiskes, afgunst van de mennekes en afschuw van de ouders, wat wil een puber nog meer.
Na een week hadden we geen schone was meer, de vaat was niet meer schoon te krijgen, de luchtbedden waren leeg en de tent zag er uit als een studentenkamer in de grote stad en al het eten was op.
We gingen met de brommers een frietje eten bij het frietkot in het dorp en toen we terug op de camping kwamen was de hele tent opgeruimd, de luchtbedden weer vol en de bedden netjes
opgemaakt, onze kleren hingen aan een waslijn, de afwas was gedaan en de tafel gedekt en er stond eten te pruttelen op de gaspitten.
De meiskes die dit alles geregeld hadden zaten voor onze tent op de grond, de rest van onze vakantie hebben we een prachttijd met hun beleefd.
Ik hield daar een vakantieliefde aan over die in Hasselt woonde en ieder weekend met haar ouders op de camping stond.
Menig weekend zijn Nellie en ik samen voor haar terug naar de camping gereden, had toen allen maar een klein tentje bij me en cornflakes en melk, voor de liefde moet je soms afzien.
In de winter had ik met haar afgesproken in Hasselt.
Laat het die dag bitterkoud zijn en ook begon het bij mijn vertrek uit Brunssum te sneeuwen.
Met kranten onder de jas en in de broek, ja jongelui, zo deden wij dat vroeger, ben ik vroeg in de morgen op weg gegaan.
Nog voor de “Naanhof” tussen Hoensbroek en Nuth lagen Nellie en ik dankzij een spekglad fietspad gestrekt in de berm.
Gelukkig zonder schade hebben we onze weg vervolgd.
Aangekomen in Hasselt was Nellie nog kiplekker en snorde er nog vrolijk op los, met mij ging het wat minder, stijf bevroren oogleden en vingers, bevroren snot onder de neus, rillen als een pneumatische hamer en een krimp veroorzakend koude effect op de edele delen, een gevolg van de zithouding op de brommer, wij hadden geen tank tussen de benen en zo had de ijskoude wind vrij spel, Puchrijders herkennen dit ongetwijfeld.
De liefde die die zomer nog zo oneindig leek was ook al wat bekoeld en bleek niet voor eeuwig.
Na mijn schoolperiode begon ik in Sittard aan de opleiding tot verpleegkundige.
Ook hier bleek Nellie een zeer betrouwbaar vervoermiddel, nu niet alleen meer overdag maar ook vaak ’s nacht na de avonddienst of op weg naar de nachtdienst.
Nellie had daar een mooi plekje in de fietsenkelder bij de verwarming wat zeer aangenaam was.
Nooit heeft mijn geliefde Puch mij in de steek gelaten, we hebben nog ruim drie jaren samen bij elk weertype deze weg afgelegd.
Uiteraard heb ik ook geregeld aan Nellie gesleuteld, alles wat je gebruikt slijt, maar grote problemen heb ik nooit met haar gehad.
Een wat uitgebreidere reparatie heb ik eens ’s nachts uitgevoerd in mijn moeders keuken toen mijn ouders niet thuiswaren, ’s morgens om 5 uur was ik eindelijk klaar en kon ik de keuken opruimen en poetsen.
Mijn moeder heeft dit nooit geweten en ik ben blij dat ze haar keuken die nacht niet heeft gezien.
Een keer brak de rechterkant van mijn stuur af onder het rijden maar ik was inmiddels zo vertrouwd met Nellie dat we konden stoppen zonder te vallen.
Heb bij de plaatselijke fietsenmaker een nieuw stuur gekocht en op de stoep vervangen.


In deze periode leerde ik na wat kortere liefdes mijn huidige echtgenote kennen, ik haalde mijn rijbewijs en kreeg van mijn vader een oude Vauxhall Viva wat toch wel wat comfortabeler was als door weer en wind op de brommer en trouwde met mijn meisje toen we een huisje konden huren.
Tot mijn grote schaamte raakte Nellie in de vergetelheid, ondankbare ellendeling dat ik ben, en stond stof te vangen in mijn vaders garage.
Op een dag zei hij een koper te hebben en dat de Puch weg moest.
Hier beging ik een van de grootste fouten uit mijn leven en deed mijn altijd trouwe Nellie waarmee ik zoveel beleefd had voor ook weer 75 gulden van de hand, Judasgeld.
Al na het afscheid bekroop me dat ellendige gevoel van spijt en dat gevoel werd aleen maar erger en heeft me nooit meer losgelaten.
Wat zou er van haar geworden zijn, staat ze nog ergens in een schuurtje?, wie het weet mag het zeggen, haar naam stond met van die typische hippe letters aan beide zijden op het voorspatbord.
Er waren, moet ik eerlijk bekennen, periodes dat ik niet aan haar dacht maar vaak kwamen de herinneringen aan mijn jeugdjaren met Nellie weer terug en naar mate ik ouder werd steeds vaker tot op de dag van vandaag.


Zo’n tien, vijftien jaar geleden heb ik nog eens gezocht naar een Puch maar ze waren me toen veel te duur en van Nellie geen spoor.
Mijn broer waarvan ze geweest was heeft mij ook nog wel eens verweten dat hij haar niet teruggekregen heeft en ook ik weet nu dat wie een maal Puch gereden heeft een soort virusinfectie voor het leven opgelopen heeft.
Dit voorjaar zag ik op marktplaats een Puch te koop in Sittard, weliswaar geen VS50D maar wel een betaalbaar exemplaar en in gedachten was ze reeds van mij en zou ik haar verbouwen naar voorbeeld van Nellie, moest te doen zijn.
Er had echter iemand voor mij gereageerd en die mocht uiteraard eerst kijken en natuurlijk kocht hij de Puch voor mijn neus weg.
Kort nadat de verkoper mij gemaild had dat ik te laat was kreeg ik van hem een mail, ik denk dat hij mijn teleurstelling goed aanvoelde.
hij wist me te melden dat hij nog wel een VS50D wist te staan die ik mogelijk zou kunnen kopen, hij zou de eigenares vragen me te bellen.
Ik had de hoop al een beetje opgegeven toen een vrouw met een heel vriendelijke stem me ’s avonds belde en vroeg of ik nog interesse had in een Puch.
Natuurlijk beaamde ik dat en nadat ze een zeer schappelijke prijs genoemd had spraken we af dat ik me op zaterdag morgen bij haar en haar man zou melden in Roermond.
Zo nerveus als een maagd in de huwelijksnacht ben ik naar Roermond gereden en vond hun woning snel dankzij de TOMTOM.
Deze mensen waren echte Puch liefhebbers, dat was duidelijk, originele poster in de gang, wollen muts met Puch logo.
De ontvangst was heel hartelijk en de koffie heerlijk maar ik was ontzettend benieuwd naar de Puch en elke minuut duurde me te lang.
De Puch bleek enkele kilometers van hun huis in een garagebox te staan en in hun bestelwagen zijn we met z’n drieen voor in er naar toe gereden.
Toen de garagepoort openging bonsde mijn hart in mijn keel en was ik een appelflauwte nabij.
De garage bevatte meerdere brommers en motoren en de Puch stond enigszins achteraan maar met wat schuiven en tillen kwam ze langzaam maar zeker in het daglicht.
Ze zag er veel beter uit dan ik had durven dromen en na twee of drie keer trappen startte ze al en liep als een zonnetje.
“Watje” zullen jullie denken maar ik kon wel janken van blijdschap en herkenning.
Hanneke, zo heet de vrouw van wie de Puch was, zei nog dat de brommer niet perse weg moest en dat ik er gerust nog over na mocht denken, hij stond niet in de weg maar ik was al reddeloos verloren en zo blij als een kind met Kerstmis.
Rob, haar man maakte een rondje op de Puch voor de garageboxen langs en daarna mocht ik een stukje rijden, man man man het was een soort homecomming, een feest van herkenning.
Als de verkoper op dat moment de koop had teruggetrokken hadden ze me met een ambulance kunnen wegbrengen.
Gelukkig was de koop snel rond en zijn we met de Puch, mijn Puch in de laadruimte eerst de brommer op mijn naam gaan zetten en heeft Rob de Puch zelfs bij mij thuis gebracht.
Ik ben Hanneke en Rob ontzettend dankbaar, dat mag wel duidelijk zijn.
Hoewel mijn nieuwe Puch in een hele goede staat verkeerde kon ik het toch niet nalaten een verbouwing te starten, met mijn oude Nellie in gedachten heb ik haar gespoten en van eenzelfde hoge stuur voorzien als Nellie ook had.
Langzaam maar zeker is mijn Puch een exacte kopie van Nellie geworden, de cirkel is rond, een grote vergissing teniet gedaan en ben ik weer de apetrotse eigenaar van een prachtige Puch.
Ik hoop nog vele jaren te mogen genieten van mijn Puchie, deze gaat nooit meer weg zolang ik leef.   

                                                  

                                           

PS:
Toch wil ik nog opmerken dat als iemand weet heeft van de verblijfplaats van mijn oude Nellie of weet wat er mee gebeurd is ik dat dolgraag zou horen, oude liefde roest niet en ik heb wat goed te maken met haar.
Met vele warme Puch groeten aan mijn mede geinfecteerden:

Eric